PACT Koorenspoor
dinsdag 12 mei 2015
vrijdag 17 april 2015
Overleggen met elkaar
Met zo groot mogelijke regelmaat komen we bij elkaar om af te stemmen, te overleggen en ervaringen en ideeën uit te wisselen. Zo blijven we scherp, gemotiveerd, gefocust. Vorige week hadden we overleg met de ‘grote PACTgroep’, zoals onze projectleider Erika dat zo mooi noemt. Zij verwoordt hieronder haar indrukken naar aanleiding van het gesprek:
Er werd gesproken over “uit je comfortzone” gaan, als medewerkers maar ook als kind. Kinderen en medewerkers zijn geconcentreerd bezig in een nieuwe omgeving, in een nieuwe groepssamenstelling, waardoor er dingen gebeuren (of juist niet gebeuren) die je “normaal gesproken”, dus in je eigen veilige comfortzone, wel had verwacht.
Een ander voorbeeld: een bijzonder verlegen meisje… is het
wel goed om haar mee te nemen naar PACT? Een grote, deels onbekende groep voor
haar? Wat blijkt: ze wordt met de week opener en geniet zichtbaar van de nieuwe
groep en de kinderen. Ook de nieuwe medewerkers zijn voor haar al vertrouwd, in
zo korte tijd.
Een belangrijke vraag die terugkomt is: hoe groot kan een
groep 3-6 jarigen zijn? Gaat dat wel goed zo’n grote groep als bijvoorbeeld op
locatie Karrepad? En wat blijkt: als de groepsruimte voldoende uitdaging biedt
en als de medewerkers hun rollen goed verdelen, dan voel je niet dat er zoveel
kinderen zijn. Op de gemaakte filmpjes zien we terug hoe enorm geconcentreerd
er door alle kinderen in alle hoeken wordt gespeeld.
Vanavond, tijdens de ouderavond voor locatie Karrepad, laten
we natuurlijk een paar van die filmpjes zien. Ook gaan we de aanwezige ouders
vragen hoe zij graag op de hoogte gehouden willen worden van wat er op de
groepen gebeurt, of hoe zij een bijdrage aan zouden willen leveren. Dus hoe wilt u betrokken worden/blijven bij PACT?
Op locatie
Karrepad gaat een moeder bijvoorbeeld schilderen met de kinderen, erg leuk! De
ouders die er vanmiddag niet bij kunnen zijn, en de ouders van locatie De
Kleine Wereld (die we later zullen ontmoeten) horen we natuurlijk ook graag!
Dus mocht u ideeën willen inbrengen, laat dan een reactie achter.
donderdag 9 april 2015
dinsdag 31 maart 2015
Pedagogische rollen
Wij proberen op Vensterschool Koorenspoor binnen een zo helder mogelijk pedagogisch kader te werken. Dat doen wij vanuit een allesoverheersende kerngedachte: kinderen leren door geconcentreerd te spelen. Fysiek spel bevordert de motorische ontwikkeling, samenspel bevordert sociale en talige vaardigheden, fantasiespel bevordert cognitieve vaardigheden. Er is een kleine adder onder het gras: dit leereffect treedt uitsluitend op als kinderen geconcentreerd spelen en om geconcentreerd spelen mogelijk te maken, zijn twee zaken van groot belang: rust en emotionele veiligheid. Een kind moet zich lekker voelen in zijn omgeving.
Als kinderen op hoog niveau betrokken aan het spelen zijn,
zijn ze erg geconcentreerd (ze vergeten bijvoorbeeld de tijd) en vertonen ze
een sterke motivatie tot leren (ze vinden datgene waar ze mee bezig zijn
ontzettend leuk). Verschillende factoren kunnen deze spelbetrokkenheid
stimuleren: juffen/meesters/pedagogisch medewerkers, andere kinderen, de
omgeving waarin gespeeld wordt. Van volwassenen leren kinderen bijvoorbeeld
praten, zingen, dansen, luisteren, vertellen, zichzelf verzorgen, rituelen en
goede manieren. Van andere kinderen kunnen ze leren improviseren, communiceren,
imiteren. De omgeving kan uitnodigen tot geconcentreerd spelen als er een balans
is tussen stimulerende en rustige activiteiten, er voldoende uitdaging geboden
wordt voor alle type kinderen en/of leeftijden, de kinderen voldoende
bewegingsvrijheid hebben en er regelmatig iets wordt veranderd (waardoor de
kinderen nieuwsgierig blijven).
Van doorslaggevend belang is de rol van de juf, meester of
pedagogisch medewerker. Daarom werken wij met drie pedagogische posities
(ontwikkeld door de Vlaamse onderwijskundige Ferre Laevers): beschikbaar zijn, meespelen en leidinggeven. Onderzoek heeft
uitgewezen dat kinderen optimaal gesteund worden in het spelen als deze drie
posities afgewisseld worden. Omdat wij op de PACT-groepen met 1 juf, 2
pedagogisch medewerkers en 1 stagiaire werken, is het mogelijk de posities te
verdelen over de aanwezige professionals. Omdat wij met uitsluitend vrouwelijke
teams werken, beschrijf ik de houdingen hieronder vanuit een vrouwelijke juf of
pedagogisch medewerker.
Een beschikbare houding houdt in dat de leidster een vaste
plek in de buurt van de kinderen kiest en daar blijft: alle kinderen weten waar
zij is. Ze kijkt, luistert, maakt soms een opmerking, maar verstoort hun spel
niet met hard stemgebruik of complimenten. Het
initiatief ligt bij de kinderen. Deze pedagogische positie is voor veel
leidsters een grote uitdaging: ‘kijken en op je handen zitten’ staat haaks op
het regelen, rondlopen en redderen wat vaak de praktijk van de dag is. Toch is
het de moeite van het proberen meer dan waard: het effect van deze positie op
de kinderen is enorm. Kinderen hebben behoefte aan nabijheid en
beschikbaarheid: rondlopen maakt kinderen onrustig en heeft een sterk negatieve
invloed op de spelbetrokkenheid. Tijdens een van de gesprekken die we met de
leidsters van een proeftuin hebben gevoerd, lieten we een filmpje zien waarop
een aantal ‘zwervende’ kinderen te zien waren. Een pedagogisch medewerker ging
in de ruimte waarin de kinderen rondliepen op een bankje zitten en binnen
twintig seconden vormde zich een groepje kinderen om haar heen, die rustig met
een activiteit bezig gingen. De verbazing van de pm’er was groot; op het moment
zelf had ze zich niet gerealiseerd hoe merkbaar het effect van haar rust was.
Als een leidster kiest voor een meespelende houding, kan
zowel het kind als de leidster het initiatief nemen. De leidster speelt mee en
verrijkt het spel van het kind, maar neemt het spel niet over. Ze helpt
kinderen betrokken te worden door op een subtiele manier mede richting aan het
spel te geven door vragen te stellen en een adviserende rol aan te nemen. In de
praktijk betekent dit bijvoorbeeld dat een leidster kinderen ziet ‘picknicken’
en aanschuift om het spel te kunnen verdiepen (een foto van deze situatie is te
zien in het blog ‘Op bezoek in de klas!’). De derde pedagogische houding is die
van het geven van leiding: de leidster neemt op speelse wijze het initiatief.
Ze participeert actief in het spel, verrijkt en verdiept het, en breidt het uit.
Zo’n leidster begeleidt de kinderen bijvoorbeeld bij een knutselactiviteit. Ze
kan didactische doelen toevoegen, de woordenschat en materialenkennis van de
kinderen uitbreiden en een actieve interactie met de kinderen tot stand
brengen.
Leiding geven tijdens een creatieve activiteit
Een prachtig boek voor wie hier meer over wil lezen is het
boek Speels, liefdevol en vakkundig van
Elly Singer en Dorian de Haan.
zaterdag 28 maart 2015
Vijf vragen voor elke dag
Tijdens de gesprekken met de juffen en de pedagogisch medewerkers en de observaties van Clarine en mij, ontstonden vijf centrale vragen die iedere PACT-dag gesteld kunnen worden:
Deze vragen zouden kunnen helpen bij het inrichten van de activiteiten en de ruimte, het onderling verdelen van taken en de interprofessionele samenwerking. We zijn benieuwd of het stellen van deze vragen gaat helpen!
zondag 15 maart 2015
Op bezoek in de klas, deel 2!
Clarine en ik waren donderdagochtend op locatie De Kleine Wereld, waar 15 kleuters van De Kleine Wereld en 9 driejarige kinderen van Lutjepotje en Bruintje Beer bij elkaar komen. De situatie is iets anders dan op locatie Karrepad: omdat de groep kleiner is, werken en spelen alle kinderen in de kleuterklas op De Kleine Wereld (op locatie Karrepad wordt gebruik gemaakt van de grote BSO-ruimte, omdat die groep groter is). De ruimte wordt uitgebreid met de hal voor de klas, waar onder andere een zandtafel staat en een blokkenkast. Deze ruimte is voor de kleuters dus al bekend, zij moeten hun veilige klas ineens delen met een groepje driejarigen en drie nieuwe juffen!
De sfeer in de groep is prettig: de meeste kinderen hebben een
fijne plek gevonden om te spelen. In de poppenhoek, op de 'speelzolder'
waar met de treinen kan worden gespeeld, in een heerlijk afgeschermd
hoekje achterin het lokaal met grote bakken Duplo,
aan de computer, bij de zandbak, met de blokken. Ook kunnen ze ervoor
kiezen samen met pedagogisch medewerker Jessica te knippen en plakken
aan een grote knutseltafel in het lokaal.
Spelen in de poppenhoek
Er zijn vier begeleiders: juf Nienke, pedagogisch medewerker Joke, haar stagiaire en pedagogisch medewerker Jessica. De kinderen die behoefte hebben aan hun nabijheid blijven in de buurt, de kinderen die juist wat meer vrijheid willen gaan zelf op ontdekkingstocht. Sommige kinderen weten het nog niet zo goed en lopen eerst wat rond om alle mogelijkheden en materialen te bekijken. Sommige kinderen spelen graag samen, andere kinderen liever alleen.
Om tien uur gaan de kinderen opruimen: We gaan opruimen, we gaan
opruimen, zet het waar het hoort, de spullen soort bij soort. We gaan
opruimen, we gaan opruimen, ruim de boel maar op! Dat vindt niet
iedereen even gemakkelijk! Daarna gaan alle kinderen in de kring een broodje of wat fruit eten, een heerlijk rustmoment. Natuurlijk gaan we over een aantal zaken nog eens goed nadenken, maar wat een mooie eerste indruk!
woensdag 11 maart 2015
Op bezoek in de klas!
Deze twee weken zijn Clarine en ik op bezoek in de
proeftuinen: vorige week vrijdag waren we op locatie Karrepad en morgen gaan we
naar De Kleine Wereld. Het is leuk te zien hoe de nieuwe situatie door iedereen
wordt ervaren. De kinderen lijken het in ieder geval erg naar hun zin te
hebben: in de grote ruimte op de BSO wordt hard gewerkt. Sommige kinderen
zitten aan tafel, waar ze onder begeleiding van pedagogisch medewerkers Nieta
en Simone kunnen knippen, plakken of kleien. Andere kinderen spelen in één van
de vele hoeken: er is een prachtige poppenhoek, een hoek met zachte matten waar
gestoeid mag worden (dat laten ze zich geen twee keer zeggen!), een hoek met
boerderijdieren, schilderspullen. Er worden treinen gebouwd (‘om een brug te
maken moet je eerst zo’n stukje hebben’) en ‘gepicknickt’ met juf Laurien. Toch
is het niet chaotisch: er heerst een opgewekte en energieke maar ook
geconcentreerde sfeer. Vrijwel alle kinderen hebben een plekje gevonden waar ze
al spelend op zeer hoog niveau aan het leren zijn. Ze ontdekken de wereld en
delen dat met elkaar.
'Picknicken' met juf Laurien
Er zijn vier volwassenen aanwezig: een juf, haar stagiaire
en twee pedagogisch medewerkers. Daardoor kunnen rond tien uur twee aparte
kringen gevormd worden: een rustmoment voor zowel de begeleiders als de
kinderen. Om de aandacht van de
kinderen te krijgen en het opruimen op te starten, zingen de begeleiders een
liedje. De kinderen die het liedje kennen zingen mee, de anderen laten in ieder
geval hun handen zien: Tien tien tien,
laat al je vingers zien. Nu niet lopen, nu niet praten, houd de juffrouw in de
gaten. Tien tien tien, laat al je vingers zien. Pm’er Nieta en de stagiaire
(wier naam ik – o jee – niet heb gevraagd) vormen in de achterste ruimte met
ongeveer de helft van de kinderen een kring met zowel driejarige kinderen als
kleuters. De deur gaat dicht en in de voorruimte leiden juf Laurien en Pm’er
Simone de kring. Van te voren is afgesproken welke activiteiten ze gaan
uitvoeren: liedjes zingen over het voorjaar, met bijbehorende bewegingen. Het
is zichtbaar dat de kinderen het prettig vinden even rustig met elkaar samen te
zijn. Sommige kinderen storten zich vol op de liedjes en de bewegingen en
vinden het leuk te laten zien hoe goed zij dat al kunnen, andere kinderen
kijken iets meer de kat uit de boom. Vaak voelen ze zich de tweede of derde
keer dat het liedje gezongen wordt veilig genoeg om mee te doen. En dat is
prima! Zij geven het tempo aan.
Na de kring komen alle kinderen weer samen om te gaan eten.
De tassen worden uitgedeeld en samen wordt gezongen: Knor knor knor, wat hoor ik in mijn buik? Mijn buik die vraagt een
boterham, melk of fruit. Diedel diedel duit, eet meer fruit. Appels en peren,
noten en kersen, kersen en citroen, dat moet je doen! Direct gevolgd door: Smakelijk eten, smakelijk drinken, hap hap
hap, slok slok slok. Dat zal lekker smaken, dat zal lekker smaken, eet maar op,
drink maar op. Daarna is het echte eetmoment ingeluid: alle kinderen eten
wat fruit of een broodje en drinken iets lekkers. Wij vertrekken met een
tevreden gevoel: wat gaat er al veel goed! Natuurlijk moeten we over een aantal
zaken nog heel goed nadenken: hoe kan de ruimte bijvoorbeeld overzichtelijker
en netter worden? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat iedereen zich daar echt thuis
gaat voelen? Welke afspraken kunnen gemaakt worden wat de rolverdeling van de
begeleiders betreft? We hebben er zin in.
Abonneren op:
Posts (Atom)